Verslaving als geschenk » 2010 » april

Archive for april, 2010

einde verslaving = begin van geluk

Posted by Dees on april 30, 2010
Geen rubriek / No Comments

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam – verslag nr.73 – 24.4.2010 – 8 deelnemers – distributie aan deelnemers + publicatie op blog: www.verslavingalsgeschenk.nl

De bijeenkomst wordt door de gespreksleider (G) geopend om 20 uur, terwijl een andere deelnemer het schriftelijk verslag voor zijn rekening neemt en de aanwezigen worden uitgenodigd tot doen van voorstellen ter bepaling van het gespreksonderwerp.
Hierop neemt A het woord; hij zegt: ‘er komen een aantal verschillende gedachten bij mij naar boven; misschien hebben ze nix met elkaar te maken, behalve dan dat ze allemaal aan mijn brein ontspruiten en juist dat brein zich op dit moment kennelijk in een absoluut euforische staat bevindt vanwege het memorabele feit dat ik niet gedronken heb, wellicht daardoor een prettig gevoel heb en nu opeens overspoeld raak door ogenschijnlijk onnozele maar bijzonder plezierige herinneringen, zoals:
– iemand in de groep, die ‘de Noordzee had leeggedronken….’; – zelf ik eens zonder sigaartjes zat – langs de gracht liep – klein geld in m’n zak – naar een sigarenwinkel ging en me ineens zó intens gelukkig voelde; – rij ik naar m’n praktijk – een prachtige route – voelde me zó gelukkig – even maar – 8 of 9 seconden – een top ervaring – euforisch vanwege het niet drinken….

Hiermee blijkt het onderwerp voor deze avond bepaald te zijn: het ervaren van opluchting, bevrijding en geluk, zodra de verslaving verdwenen (b)lijkt te zijn……!

De gespreksronde ontwikkelt zich aansluitend als volgt:

B: ik kom in de praktijk nogal eens heel dicht bij mijn eigen verslaving; dat gebeurt op momenten en speciaal bij het geven van voorlichting – bijvoorbeeld als ik de betekenis uitleg van de werking van groepen – zoals ik dat indertijd ook zelf als patient meemaakte – herinner me met name de eerste keer dat ik voorlichting gaf in de kliniek (detox), waar ik destijds zelf als patient met lood in de schoenen zat – keerde daar 2 jaar later als voorlichter terug – na een succesvolle behandeling – dat gaf mij een geweldig gevoel, temeer omdat ik daar zelf met voorlichters in contact kwam en daar toen opeens een verlengstuk van de kliniek bleek te zijn geworden – ik ervaar herkenning, tekens als ik weer in de kliniek kom en daar nu ook als het ware een verlengstuk van de groep ben – het geeft grote voldoening zodra mensen interesse gaan ontwikkelen – een voorrecht ook mijn boodschap over te brengen aan de huidige patienten – de boodschap dus: herstel is mogelijk: koppeling van eigen ervaring aan de keuze mogelijkheden van de huidige patienten.

C: ik heb geen behoefte aan dit soort contacten met patienten tijdens hun opname in een kliniek – was zelf super ongelukkig tijdens mijn eigen opname in Alkmaar – werd daar indertijd gestraft want zat met mede-patienten naar (hun) muziek te luisteren – raakte op die manier gewend aan André Hazes – achteraf wordt alles betrekkelijk – ik vond ‘t knap – de voorlichter was daar zelf verslaafd – zat te rillen en te trillen. Zelf kan ik heel goed gelukzalig worden, bijvoorbeeld door alleen in een museum te zijn – of in een gesprek – maar omgekeerd ook erg ongelukkig, zoals tijdens mijn eigen verslaving – dat laatste is nu gelukkig voorbij en ik ben nu (weer) een vrij gelukkig en ook blij mens – voel me nu verlost van mijn verslaving en merk dat geluk gewoon in heel veel dingen zit – ook in de natuur. Het vermogen om daarvan te genieten is (weer) volkomen terug. Tel uit je winst!

D: ik herinner mij de tegenstelling tussen verschillende stemmingen heel goed. In mijn ‘drankperiode’ gingen veel dingen fout. Werd ik angstiger. Had ‘s nachts ‘zwarte’ dromen, waaruit ik met het klamme zweet wakker werd. Heb nooit het verband gelegd tussen drank en angst. Liep op een gegeven moment vast en kwam dus in de Jellinek terecht: in totale angst gevangen. Achteraf niet vreemd als je plotseling stopt met drank, wordt opgenomen en je hele leven in elkaar lijkt te storten. Maar na de eerste heftige ontwenningsverschijnselen, brak, figuurlijk gesproken, opeens de zon door – kon ik mensen geloven die mij zeiden dat het nu ‘goed’ zou gaan. Die mensen konden lachen, want ook zij beweerden dat ze geluk hadden gehad. En ik begon dat ook op mezelf te projecteren. Ik geloofde het waarachtig ook. Voor mezelf. En zo ontstond een nieuwe dimensie in mijn bestaan. Geen zwarte gedachten meer. Goed leren luisteren naar andere mensen die al langer met dit bijltje hakten. En die ik durfde geloven. En die beweerden dat alles op z’n pootjes terecht zou komen. Die mij leerden (weer) de zon te ontdekken. Er ging een wereld voor mij open: mijn gezondheid terugwinnen, een nieuw leven opbouwen, niet haastig maar juist de tijd ervoor nemen. En dat alles was geen trucje. Geen dubbele bodem. Het werd dagelijks behoorlijk trainen. De groep om te praten. Maar ook de professionele helpers, de fysieke training, een gezond leefprogramma volgen, het repareren van een vast gelopen leven, dus ook verhuizen naar een andere stad, ander werk zoeken. En het bleek te kunnen. Langzamerhand begon ik er ook zelf in te geloven. Dat het allemaal zou kunnen. De kliniek bleek een ideaal startpunt te zijn om dit hele veranderingsproces te starten. Dat duurde drie maanden. Daarin ben ik ook begonnen met de groep. En met dat laatste ben ik doorgegaan. Het is werkelijk nooit in mijn hoofd opgekomen met die groep te stoppen. En dat doe ik nog steeds niet. Bij het kennismaken met de kliniek is de lach terug gekomen. En die is ‘gewoon’ gebleven. Het bleek het beste medicijn tegen de minder fraaie kanten van het bestaan. Ik geniet er nog dagelijks van en ben ook van plan daarmee door te gaan tot mijn laatste snik.

E: verzoekt zijn bijdrage niet op papier te zetten.

F: ik was in m’n jeugd heel stemmingsgevoelig – ben uit eenzaamheid gaan schilderen – maar ik wilde sneller euforische gevoelens hebben – had geen geduld – volgde tussen m’n 14e en 21e een verkeerde opleiding en dat gaf een ongeluksgevoel – ben daarmee in een latere fase een paar keer gestopt – kreeg dan energie plus een enorme kick / later stopte ik en kreeg echt afkickverschijnselen – moest geduld trainen – bij stoppen wilde ik snel een beloning – maar dat kan alleen maar als je stabiel bent en in evenwicht – daarvoor was ik echt in de weer om de kater te overwinnen – kreeg wel een rotgevoel van die kater – heb nu langzamerhand een stabiele basis – ken weldadige moeheid en ben dan intens gelukkig…

G: het verhaal, waaruit het onderwerp is voortgekomen, geeft een euforische indruk – doet me ook terugdenken aan het verhaal van onze zieke groepsmakker, voor wie wij deze gesprekken op papier zetten: deze vertelde eens in de groep, dat hij zelf op een terrasje in Frankrijk zat en ook opeens een diep gevoel van geluk beleefde en dat wilde delen met zijn vriendin, maar dat zulks tot zijn verdriet niet lukte – dat had ik, zegt G, vroeger zelf ook met muziek – later kon ik het terughalen, die ontroering – nu heb ik dat weer geprobeerd en ook bij mij blijkt het niet meer te werken. Trouwens ik heb dit ook ervaren bij het geven van een voorlichtings-sessie, waar een sfeer ontstond van openheid en intimiteit – bijvoorbeeld het verhaal van een meisje – ze was een half jaar sexueel misbruikt – kon ontsnappen – vertelde dat voor ‘t eerst – kennelijk was die situatie daar in die sessie veilig genoeg om te kúnnen vertellen – de staf had gezegd dat ze niet voor haar ouders daar moest zitten, maar voor zichzelf – dat gaf een bijzonder moment – er was kennelijk de goede ruimte om zo’n intimiteit op tafel te leggen – ik kwam haar recent nog tegen – ik gaf haar een hand en we konden elkaar ‘gewoon’ in de ogen kijken.

H: ik heb altijd het gevoel gehad dat geluk in kleine dingen zit – zon – een terrasje – dat gevoel had ik ook vóór mijn verslaving – tijdens mijn verslaving bleek dat gevoel voor het genieten van kleine dingen weg te zijn – daarnaast kreeg ik gewoon depressies tijdens mijn verslaving zodat ik ‘t licht niet meer zag – ben nu een jaar gestopt inclusief een uitgebreide behandeling en het leren genieten van kleine dingen – dat blijkt dan ook de juiste weg te zijn – vroeger werden het euforische momenten – nu blijkt geluk er toch anders uit te zien – nu overheerst het gevoel van bevrijding – binnen 24 uur denken: ‘t leven valt erg mee – is wellicht ook een groeiproces, geluk zit in kleine dingen – zonder drank blijkt een dreunen-vrij bestaan mogelijk…..

Hiermee is de ‘ronde’ voltooid en krijgt A de gelegenheid te reageren; hij zegt:

Wat ben ik mij nu opeens onwijs lekker gaan voelen – bevrijd – ik hoef niet meer te vechten: het is werkelijk een verschil van dag en nacht – ik kan weer genieten: tel uit je winst: zo ben ik laatst ook naar Katja Schuurman geweest – fantastisch – zij bood zich eigenlijk min of meer aan – hartverwarmende suggesties! Heerlijk!

De gespreksleider dankt A voor het onderwerp, suggereert dat een ieder enig geld in de groepspot werpt en sluit de bijeenkomst om 21.15 uur.

Amsterdam, 30 april 2010.

na het stoppen van je verslaving struikel je soms over je oude gedrag

Posted by Dees on april 20, 2010
Geen rubriek / No Comments

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 –Amsterdam – verslag nr.72 – 19.4.10 – 12 deelnemers , waarvan 2 nieuwelingen – distributie aan deelnemers + publicatie op blog: www.verslavingalsgeschenk.nl

De bijeenkomst wordt geopend om 20 uur. Conform het inmiddels ontwikkelde gebruik neemt een van de deelnemers de taak op zich van gespreksleider, terwijl een andere zich belast met het maken van het gespreksverslag. Aansluitend heet de gespreksleider(A) de aanwezigen welkom, speciaal de beide nieuwelingen ten behoeve van wie hij de gespreksregels voorleest. Hierna nodigt hij uit tot het doen van een voorstel ter bepaling van het gespreksonderwerp voor deze avond. Hierop doet B de volgende suggestie:
Ik heb nagedacht over de verschillende fasen, waarin je het stoppen met een verslaving zou kunnen indelen. En dat heeft te maken met de ontdekkingen die ik zelf heb gedaan. Eerst leefde ik in de veronderstelling dat het karwei klaar zou zijn als ik erin was geslaagd niet meer te gokken (dat was namelijk mijn verslaving). Op enig moment is me dat ook gelukt. Maar toen bleek aansluitend ook dat zich nog een heel karwei aandiende dat ik vervolgens moest zien aan te pakken en op te lossen. Daar liep ik toen keihard tegen aan. Dat hele karwei kan ik misschien het beste samenvatten met het begrip ‘verslavingsgedrag’ en dan bedoel ik de specifieke gewoontes en gedragingen die, in mijn geval, onderdeel uitmaakten van de verslaving, zoals: ongeduld, opwinding, lamlendigheid, het opblazen van gedachten, maar ook bijvoorbeeld jezelf troosten met de gedachte niet meer te gebruiken, zonder je af te vragen wat je dan eigenlijk wel doet – kort gezegd: allemaal zogenaamde eigenschappen, die stuk voor stuk tijdens mijn verslavingsperiode waren ontstaan en in mij wortel hadden geschoten; allemaal energie-vretende en uiterst contra-productieve impulsen, waar je doodmoe van wordt en die werkelijk nuttige handelingen of gedachten heel gewoon in de weg zitten. En waar je je dus het beste zo snel mogelijk van kunt bevrijden. Het was een hele ontdekking, want het betekende dat voor mij stoppen met mijn verslaving veel verder ging dan ‘alleen maar’ niet meer gokken. Kortom, dat ik nu op een totaal nieuwe manier in actie diende te komen. Ik zou graag weten hoe anderen over dit aspect denken, naar aanleiding van hun eigen ervaringen op dit punt. Waarschijnlijk gaat het om diep gewortelde gedragspatronen die tijdens mijn verslaving mijn gedrag zijn gaan bepalen en wel op een behoorlijk negatieve manier en waar ik maar beter ook rigoreus mee dien af te rekenen.

De reacties van de groep klinken unaniem positief, waarop de gespreksleider (A) concludeert dat hiermee het onderwerp voor deze avond is bepaald en de gespreksronde start:

B: eigenlijk vond ik het vrij simpel om te ‘stoppen’. Ik was betrekkelijk ‘laat’ achter mijn verslaving gekomen – er was trouwens weinig aandacht voor dat gedrag – nu is dat kwartje echter wel gevallen: aansluitend op het stoppen met het middel volgde onherroepelijk de noodzaak tot het wijzigen van mijn gedrag, voor zover dat aan het gebruik was gelieerd: cafees bezoeken, zon + terras, altijd leidend tot wijn: ik zag de noodzaak tot ontkoppeling, dus tot wijziging van mijn leefstijl / het voelde als emigreren + net als de noodzaak nieuwe vrienden op te doen + heimwee naar vroeger + plus het resteren van trekjes oud gedrag – het loslaten van leuke elementen oud gedrag is overigens behoorlijk zuur – net zoals het besluit ‘geen feestjes meer’, geen Koninginnedag als weleer– en dat zijn nog de kleine dingen…..

C: vroeger, maar ook nu, hebben ‘we’ veel feesten en partijen – na elk feest kom ik blijer thuis + niet meer in staat van ontbinding – ’t voelt steeds ‘lekkerder’ – ik blijf vasthouden aan een gevoel van liefde + doe veel sport + Chi Kong + ontplooing van de innerlijke mens – ben gewoon blij dat ik verslaafd ben geweest – heb veel meer rust in m’n donder + zie al die anderen op terrasjes hangen + zie er trouwens nu beter uit + ken mezelf weer als leuk mens – ben wel in zeer korte tijd naar beneden gepleurd in de verslaving, die dus ook slechts zeer kort heeft geduurd – weet nu ook dat momenten van spanning over gaan – leer ook weer van mezelf te houden – heb trouwens m’n ouders en m’n gezin veel aan gedaan – denk wel aan de terugval van anderen als waarschuwing voor mezelf……

D: ik luister vanavond graag…..

E: eerst de ontwenningsverschijnselen – bij mij veranderden ook allerlei dingen, waardoor alcohol eigenlijk geen rol/plaats meer had – was gisteren met vrienden die wel dronken en ik niet dronk – ik heb het heel gewoon be- en overleefd…

F: onthouding ken ik goed – ben vaak gestopt – zag een programma ‘stoppen met drinken’, waarin een mevrouw zei: “t duurt een half jaar” – en dat klopt – toen ik stopte met speed – nu wordt het weer beter weer – dan kom ik zelf ook weer in beweging – veel mensen halen dat positieve niet – na enkele maanden zakken veel mensen weg – heb dezelfde ervaring – ben dan niet helemaal terug gevallen – zie mensen Hoppe blijven bezoeken – je kunt niet alles veranderen – had zelf dezelfde verschijnselen (hangend oog) – Jan Cremer stond ook onder druk, had angst – zelf had ik dat niet verwacht maar ben dat wel tegengekomen – de laatste keer ging ’t maar door – dan leer je dat ook – als ik rustig ben nemen de dwanggedachten af.

G: op eigen verzoek wordt deze bijdrage niet beschreven….

H: toen ik eenmaal in de gaten kreeg dat ik “aan de drank” was en tegelijk de weg naar de kliniek en de groep had gevonden, is mijn leven totaal gekanteld: er was opeens geen twijfel meer: ik ben verhuisd, kreeg nieuw werk – een nieuwe wereld ging voor mij open – en dat is ook zo gebleven – een groot kado, waar ik trouwens nog steeds en ook dagelijks van geniet. Juist toen ik later ook nog eens andere aanvallen kreeg te verwerken, zoals kanker, heb ik geen twijfel of angst gevoeld. Het was gewoon goed zoals het ging en dat is in mijn beleving allemaal een ‘logisch’ gevolg mijn verslavings-ervaring, die mij heeft geleerd wat een geluk ik heb gehad. In mijn gevoel is bij het bepalen van mijn weg de meest essentiele functie het wekelijks contact met de groep. Hier aan tafel, wekelijks, nu al sinds 1968, ervaar ik iedere keer weer het voorrecht mezelf te oefenen in het groepsgesprek, dat wil zeggen telkens weer te leren luisteren, onthouden, gebruiken wat nuttig is en te laten liggen wat voor mij minder aan de orde is. Je blijft hier in conditie indien je je voor dit alles kunt openstellen. Je krijgt het hier gratis en zonder schuldgevoel. Telkens weer uniek.

I: toen ik eenmaal zelf gekozen had voor de drank, koos ik ook voor die eenzaamheid – niemand kende dat van mij – het plezier echter slaat om in depressiviteit – toch ging ik er mee door – kreeg pas weer lucht en ruimte toen ik was gestopt – kwam hier, gebracht door m’n zus, hoorde hier verhalen die aansloegen – toen ik stopte had ik weer tijd voor dingen waar ik wezenlijk belangstelling voor heb – die rust, na de drank, geeft weer ruimte – door drank kreeg ik een minderwaardigheidsgevoel – dat gaf me een handvat – voel me geestelijk weer goed en ontspannen – gewoon weer m’n eigen leven leiden: lekker!

J: ben eerst naar de kliniek gegaan: voor ongeveer 6 maanden – heb daar veel geleerd – veel opgeschreven – ook rapportages van activiteiten beschreven + waardering gekregen + geschilderd + maat leren bewaken + het uitbannen van spanningen geleerd + beter plannen + tegenvallers hanteren + beter overwegen, bijvoorbeeld bij verkeerd agenda beheer tov onverwachte bezoeken + ik zie mensen aan de drank, m’n vrouw ziet ze aan de koffie zitten: ‘wij’ zijn ’t drama – ontwikkelen van levenskunst – bezoek aan verstandelijk gehandicapten – zo anders – die blijven ermee zitten: tel je zegeningen, tel ze, keer op keer + ’t is heel makkelijk – bijvoorbeeld: je hebt geen hersenbloeding: ken zo iemand, die wel wil, maar niet meer kan spreken….

K (nieuw): ik heb niets te zeggen….

L (nieuw): nijg een beetje te zeggen: als je verslaafd bent en afkickt van de coke, dan neem je daarna weer als je niet weet ‘waarom’- anders blijf je verslaafd….

Hiermee is de gespreksronde voltooid en krijgt B de gelegenheid te reageren; hij zegt:

B: dank voor het rondje – ik heb moeite – het verbaasd me – : ’t begint immers pas als ik ben gestopt – dan begint de groei – er komt zoveel voor in de plaats – ’t verbaasd me dat de onzekerheid dan niet verlaten wordt – ik ervaar hier de vrijheid.

A dankt B voor het onderwerp, spoort vervolgens een ieder aan geld o.i.d. in de groepspot te werpen en sluit de bijeenkomst om 21 uur.

Amsterdam, 20 april 2010.

wisselwerk tussen (ex-) verslaafde en de partner

Posted by Dees on april 13, 2010
Geen rubriek / No Comments

Werkgroep Buitenveldert – AJErnststraat 112 – Amsterdam – verslag nr. 71 – dd 12.4.2010 – 9 deelnemers.

De bijeenkomst wordt geopend om 20 uur, zulks nadat een van de aanwezigen zich bereid heeft verklaard de taak van gespreksleider op zich te nemen, waardoor het maken van het verslag conform de inmiddels ontwikkelde gewoonte aan een andere deelnemer wordt overgelaten.

Ter bepaling van het gespreksonderwerp doet A de volgende suggestie:

Ik ben hier pas voor de tweede keer, maar ben al veel langer bezig een oplossing te zoeken voor mijn verslavingsprobleem. Het was mij bekend dat deze groep wekelijks bijeen komt, maar ik had niet de moed hier eerder naartoe te stappen. Nu is me dat dus wel gelukt en zit ik hier voor de tweede keer. Ik ben ook begonnen na te denken over de dingen die ik in mijn leefprogramma zou moeten of kunnen veranderen. En daarbij kom ik al snel bij het onderwerp: relatie/verhouding/samenleven met een ander, of hoe je het ook wilt noemen. Tot nog toe had ik contact met mensen die zelf ook gebruiken, zeg maar soms ook echt verslaafd zijn. En af en toe is zo iemand ook bezig met pogingen te stoppen. Zelf raak ik in zo’n situatie vrij snel in de war. Ik heb namelijk mijn handen vol aan mezelf. Aan de andere kant zou je misschien ook juist kracht kunnen ontwikkelen als je ‘het’ niet alleen hoeft te doen. Wat is wijsheid, of wel wat zijn de voor- en nadelen van het ‘alleen’ of ‘samen’ proberen je eigen verslaving te stoppen?

Bij de hierop volgende gedachtenwisseling blijkt algemeen overeenstemming te bestaan het gespreksonderwerp uit de gegeven suggestie als volgt te benoemen: is het stoppen van een verslaving afhankelijk van het contact met anderen en dan met name een partner, die wel of niet zelf ook verslaafd is?

B: ik vind, nog steeds, het stoppen met m’n eigen verslaving een gebeurtenis met een gouden randje. Ik denk dat dat voor de meesten onder ons, hetzelfde geldt. Iedereen zal daar zo z’n eigen herinneringen aan bewaren. Later heb ik ook de verhalen gehoord omtrent het ontstaan van de eerste zelfhelporganisatie, zoals de AA in amerika. Die hebben veel indruk op mij gemaakt. En daar ging het om precies hetzelfde als waarover wij nu praten, maar dan in de praktijk: twee doorgewinterde alcoholisten die ieder voor zich niet konden stoppen met drinken. Maar toen zij op een bepaald moment met elkaar in contact kwamen, bleken ze in staat samen wel te kunnen wat ieder apart niet voor elkaar kreeg: zo doorbraken zij beiden hun eigen verslaving. En daaruit ontstond het werkend p[ricipe van de ‘zelfhelpgroep’, dat wil dus zeggen: jezelf helpen door anderen te helpen. Tegen die achtergrond zou je de zonet gestelde vraag eigenlijk tegen het licht moet houden. Want het is natuurlijk allemaal ook afhankelijk van de vraag of je te maken hebt met mede-lotgenoten die er ‘ook mee willen kappen’, want anders zit je natuurlijk wel behoorlijk klem. Dus ik wil absoluut niet zeggen dat ieder contact met een andere verslaafde, altijd zo’n positieve functie heeft of kan hebben. Maar als je op dezelfde golflengte zit en allebei die verslaving wilt aanpakken, dan zit je in principe wel goed. Dat denk ik.

C: heeft verzocht zijn bijdrage niet te noteren.

D: ik ben bijna 40 jaar bij dezelfde vrouw; zij vindt ‘t wel spannend dat haar partner, ik dus, boeiend is – ergert zich overigens zeer aan mijn alcoholgebruik – trouwens ik ben een expert in het stoppen – heb dat wel 50 x gedaan – heb dat ook telkens ervaren als een straf – kortom, mijn vrouw stimuleert mij met extra beloning dan wel straf – resultaat is irritatie – en ik ben er nog niet uit – maar ja, ik geloof wel dat de partner een belangrijke rol vervult…..

E: ik weet hier niet veel over te zeggen – door mijn vrouw ben ik nar de Jellinek gegaan / de grens was bereikt – zij zelf is geen alcoholist – ze drinkt wel, maar matig – ik had black outs – ben veel bezig geweest alles zelf onder controle te krijgen – maar dat werkt op enig moment niet meer: dan moet er dus iets rigoreus gebeuren – zo kwam ik onder behandeling – bij de AA en tenslotte bij de Buitenveldert-groep – sindsdien heb ik niets meer gedronken – dat is tenslotte gelukt dank zij het programma van 24 uur plus zeker ook de rol van de partner – in de kliniek vond ik dit alles eigenlijk relatief makkelijk in verband met de controle – later werd het moeilijker vanwege de straat (als je daar weer op mag) – weer later volgden de eigenlijke ontdekkingen via bijvoorbeeld de groep – dan blijkt het meteen uit de hand te kunnen lopen – inzicht op zich helpt je niet de dag door te komen – toch bleef het besef: rekening houden met het adagium ‘niet meer’ = dus niet meer opnieuw beginnen – uit mijn cigaretten ervaring wist ik nog van de ezel en de steen…. Mijn partner: zij is niet gestopt met drank en cigaretten – en ik had dan ook snel in de gaten dat verslaving wel mijn probleem is maar niet van andere mensen – zou in een casino trouwens ook snel brokken maken – mijn partner heeft mij overigens wel ondersteund, bijvoorbeeld bij mijn opname maar ook daarnaast ‘weer in de buitenwereld’ – feestjes en partijen vond ik in ’t begin heel moeilijk – heb dat ook terug geschroefd – maar de stappen die ik zet zijn toch actie’s ten behoeve van mijn eigen bestaan, is ook gewoon een kwestie van leven of dood – maar het moet gezegd: mijn partner heeft me ondersteund.

F: ik heb diverse partners gehad – alcohol speelde vaak een rol – als ik nu een leuke vrouw ontmoet, zal ik iemand kiezen die niet teveel drinkt – dus….. anderszins, de partner zou verslaafd kunnen zijn, en dan hoop ik wel op dezelfde golflengte te zitten – trouwens, wat is stoppen – een metafoor – dan beginnen immers de moeilijkheden pas – het lijkt op emigreren = een nieuwe taal + een nieuw land + een nieuw leven: dus: het leven anders inrichten / kiezen van een nieuwe partner met wel of niet een verslavings-achtergrond / het lijkt beter niets uit te sluiten plus op dezelfde golflengte te zitten – eerst lijkt alles goed / dan komt een terugval en deugt er niks meer – die terugval is dan toch een onderdeel, net zoiets als emigreren – het verhaal heeft niets met wilskracht te maken – maar als je steeds terugvalt is het voor de partner natuurlijk ook erg gecompliceerd / ook al is er goede ondersteuning / je moet dan voor jezelf kiezen: trouwens – een bekeringsdrang tegenover je eigen partner lijkt me absoluut ook niet goed….

G: ik heb helemaal geen partner – ben juist aan de drank geraakt door m’n partner – in mijn familie komt dat trouwens ook helemaal niet voor – vroeger dronk ik bijna niks – voelde in m’n hart dat dat niet moest – voelde dat door m’n ex-partner – ik herken heel erg mijn verslaving in die man – die vertrok en toen moest ik iets anders vinden – had toen wel familie en vrienden plus natuurlijk m’n 2-ling zus – ik corrigeer haar – zij kon mijn gedrag niet plaatsen – zij wilde mijn gedrag (drank?) niet – dat kon zij niet verdragen – achteraf vond ik haar erg knap – zij heeft mij hier gebracht – de rest van de omgeving deed daaraan mee – is tot nu toe gelukt, mede dankzij hun door dik en dun gegeven steun – moet er niet aan denken dat ze dat niet zou hebben gedaan – ik denk niet in uren of dagen, maar het ‘gewoon’ stoppen in het algemeen – heb soms wel irritatie – kriebels ten opzichte van andere verslaafden / een soort schaamtegevoel – wel heb ik geluk gehad met mijn familie en hun steun, anders sta je er alleen voor en dat is 100x zo moeilijk – daarom: fijne familie en vrienden: ze zijn belangrijk in dit proces.

De gespreksronde is hiermee voltooid en het afrondend woord is dus aan A, die het onderwerp inbracht:

A: mijn eigen vader was een zware alcoholist – heb indertijd gezworen later zelf niet te zullen drinken en datzelfde ook van mijn omgeving te vragen – maar na m’n 30e was ik de weg kwijt – kwam in aanraking met de Jellinek – m’n partner bleek een ex-junk – ik dacht samen sterk te staan – heb echter toch besloten die relatie te beeindigen – hij gebruikte cannabis en dronk bovendien – heb ook geleerd: als je stopt met een middel is het gevaar groot dat je teruggaat naar de drank – ben dus ook nog steeds niet helemaal gestopt – vind ‘t moeilijk – heel confronterend anderen te zien drinken – heb dus ook besloten die relatie te stoppen – heb in de afgelopen 2 jaar wel gesprekken gehad – hij wist precies waar ik sta – maar ik weet niet of het goed is dat contact af te sluiten – heeft drang tot verslaving voor alle middelen / voor mij werkt dat erg actueel: kortom, ik wil geen partner die gebruikt.

A wordt bedankt voor het onderwerp, eenieder aangespoord enig geld in de groepspot te werpen, waarna de bijeenkomt wordt gesloten om 21.15 uur.

Amsterdam, 13 april 2010.